Wilhelminasingel - Twee opgestoken blauwe vingers

Twee opgestoken blauwe vingers
Het hart van de Zwollenaar springt op als hij terug van weggeweest zijn vertrouwde ‘olie en azijnstel’ weer ziet: thuis! De Sassenpoort is de enige Zwolse stadspoort die in de 19de eeuw niet is gesloopt als overbodige sta-in-de-weg. Gelukkig maar, want er is geen plek in de stad die zo nauw verbonden is met de ‘Blauwvingers’. Deze scheldnaam kregen de Zwollenaren in 1521 toen ze overliepen naar hertog Karel van Gelre. Door dit verraad had Zwolle zijn eed van trouw aan zijn landsheer, de bisschop van Utrecht, gebroken. Zo’n vals gezworen eed maakte je tot een ‘blauwvinger’. Deze misstap bleek ook een vergissing.

De hertog legde de inwoners zware belastingen op en Zwolle keerde met spijt terug naar de bisschop. Bang om de stad te verliezen vroeg de hertog in 1524 met zijn gewapend gevolg binnen te mogen komen. Men vertrouwde het niet. Al over de brug genaderd, tussen de binnen- en buiten-Sassenpoort in, zette Zwolle door het sluiten van poortdeuren en het neerlaten van een valhek de hertog als een rat gevangen. Karel moest tot zijn schande om vrijlating vragen en vertrok. Inmiddels is het verraad vergeten en draagt de Zwollenaar met trots zijn bijnaam ‘Blauwvinger’.

Two raised blue fingers
The heart of a Zwollenaar jumps for joy when he returns to his familiar ‘oil and vinegar set’: home at last! The Sassenpoort is the only one of Zwolle's city gates that was not demolished in the 19th century as an unnecessary obstacle. Luckily, as there is no other location in the city that is so synonymous with the ‘Blue Fingers’. This term of derision was applied to residents of Zwolle in 1521 when they switched allegiance to Duke Karel van Gelre. This treacherous behaviour meant that Zwolle had broken trust with its territorial lord, the Bishop of Utrecht. Swearing a false oath made you a ‘blue finger’. This mistake also turned out to be a serious miscalculation. The Duke imposed heavy taxes on the residents and Zwolle returned to the Bishop with its tail between its legs. Afraid to lose the city, the Duke requested to enter the city in 1524 with his armed followers. But the people of Zwolle didn't trust him. Once the Duke was passing the bridge, between the inner and outer Sassenpoort gates, Zwolle shut both gates and lowered the portcullis, trapping the Duke like a rat. To his deep shame, Karel had to request release and leave. The treachery has now been forgotten, and the Zwollenaar bears his nickname ‘Blue Finger’ with pride.

Zwei erhobene Blaue Finger
Jedem Bürger von Zwolle schlägt das Herz höher, wenn er nach einer kurzen oder längeren Reise wieder seinen altvertrauten „Essig und Ölspender“ sieht: endlich zu Hause! Die Sassenpoort ist das einzige Stadttor von Zwolle, das im 19. Jahrhundert nicht als „überflüssiges Hindernis“ abgerissen wurde. Zum Glück, denn es gibt keinen Ort in der ganzen Stadt, den die „Blaufinger“ mehr ins Herz geschlossen haben. Diesen Schmähnamen erhielten die Bürger von Zwolle, als sie 1521 zu Herzog Karl von Egmond überliefen. Durch diesen Verrat hatte Zwolle seinen Treueeid gegenüber dem Landesherrn (dem Bischof von Utrecht) gebrochen. Und durch einen solchen falschen Eid wurde man zum „Blaufinger“. Ein Fehltritt, der sich übrigens als Irrtum herausstellen sollte. Denn der Herzog erlegte den Einwohnern hohe Steuern auf, und Zwolle kehrte reumütig wieder zum Bischof zurück. Aus Angst davor, die Stadt zu verlieren, bat der Herzog 1524 darum, mit bewaffnetem Gefolge in die Stadt eingelassen zu werden.

Aber man vertraute der Sache nicht. Als die Truppe über die Brücke ging und sich zwischen dem äußeren und dem inneren Stadttor befand, schlossen die Zwoller die Tore und ließen die Gitter herunter. So war der Herzog zwischen zwei Gittern wie eine Ratte gefangen. Karl musste zu seiner Schande um Freilassung bitten und trat den Rückzug an. Inzwischen ist der Verrat vergessen, aber den Beinamen „Blaufinger“ tragen die Bürger von Zwolle immer noch mit Stolz.